Een kentering heeft plaatsgevonden in Japan. Een omwenteling. Een revolutie zelfs, naar Japanse normen. Voor de eerste maal in de naoorlogse geschiedenis hebben de Japanners hun leiders afgestraft. De Liberaal-Democratische Partij (LDP), die meer dan 50 jaar vrijwel onafgebroken aan de macht was, is naar huis gestuurd. Voor het eerste maal in haar geschiedenis is de LDP niet meer de grootste partij van het land. De LDP is gisteren tweederde van haar zetels in het lagerhuis verloren. Een ontzaglijke nederlaag.
De Japanners hebben hun respect voor ontzag laten varen. Het was meer dan nodig. Al meer dan 15 jaar, sinds de uiteenbarsting van de economische bubble in het begin van de jaren ’90, hebben de opeenvolgende LDP-regeringen het geld van de Japanse belastingbetaler grovelijk misbruikt. Van 2001 tot 2006 heeft de charismatische Koizumi het tij kunnen keren met de belofte de ‘LDP van binnenuit te vernietigen’. Maar daar is niets van in huis gekomen. Het was een list. Het heeft de overleving van de LDP verlengd. Met dramatische gevolgen. De werkloosheid is sinds de tweede wereldoorlog nooit zo hoog geweest als nu. Van alle geïndustrialiseerde landen heeft Japan de hoogste staatsschuld. 1/3 van alle jobs zijn tijdelijke jobs zonder bescherming geworden. De kloof tussen arm en rijk is angstwekkend gegroeid. Nergens ook ter wereld is de veroudering van de bevolking dramatischer dan in Japan, maar de machistische LDP-regeringen hebben nooit iets ondernomen om een kindvriendelijk beleid uit te werken. Gisteren hebben de Japanners eindelijk beslist dat het genoeg was.
Het is absoluut onduidelijk of de overwinnende Democratische Partij haar verkiezingsbeloften zal kunnen waarmaken. Maar één ding is zeker: Japan zal nooit meer zijn zoals voorheen. Eindelijk kan Japan een democratie genoemd worden. Het feitelijk eenpartijregime heeft afgedaan. Voor het eerst in decennia is er een machtwissel. Geen enkele democratie kan gezond zijn zonder alternering van de macht. Dat is het goede nieuws van deze verkiezingen.
(Gepost in De Standaard Expatblog)
Monday, August 31, 2009
Friday, August 28, 2009
Nergens thuis
Ik ben net teruggekeerd van drie weken vakantie in België. Neerstrijken in het moederland was weer even wennen: ik voel me altijd als een toerist in eigen land. Ik tel nog altijd in Belgische franken. Ik weet niet meer hoe aan te schuiven aan de kassa (in Japan laten we de goederen in het mandje, pakken pas in na betalen). Aan de toonbank twijfel ik hoe de kaart in de betaalterminal moet. Ik vergeet mijn bankkaart in de geldautomaat (omdat in Japan eerst de kaart eruit komt, dan pas het geld).
En dan zijn er de dingen die verbazen in het straatbeeld: de Vlamingen lijken reuzen. De namiddagterrasjes zitten vol genietende mensen. Alsof heel Vlaanderen niet moet werken. Een groot verschil met Japan waar mensen nauwelijks verlof nemen, zelfs in de zomer.
Wat de meeste gewenning vraagt, is de bediening in de winkels. Ik ben nederige buigingen en superbeleefde taal gewoon. De eerste dagen is het een beetje verbijsterend om zeer direct en soms in familiaire taal aangesproken te worden. Of nog, de winkelbedienden die zomaar tegen elkaar een privé-praatje voeren. Dat wil niet zeggen dat de bediening minder goed is in België, het is alleen wat ruwer.
Toegegeven, de Belgische winkelier zich zal aanpassen aan de particuliere wensen van de klant. Wil je een Dame Blanche met slechts een scheutje chocolade? Geen probleem. Wil je dat de slager het vlees superdun of superdik snijdt? Geen probleem. In Japan ligt dat anders: superbeleefde bediening, maar vraag niets dat niet in het boekje staat of het antwoord is veelal: 'chotto muzukashii desu... dat is een beetje moeilijk' wat beleefde taal is voor 'njet!'.
De terugkeer naar Japan is ook altijd een beetje bizar. Terug in het land waar ik thuis ben, maar ook het land waar ik altijd een vreemdeling zal zijn.
(Gepost in De Standaard Expatblog)
En dan zijn er de dingen die verbazen in het straatbeeld: de Vlamingen lijken reuzen. De namiddagterrasjes zitten vol genietende mensen. Alsof heel Vlaanderen niet moet werken. Een groot verschil met Japan waar mensen nauwelijks verlof nemen, zelfs in de zomer.
Wat de meeste gewenning vraagt, is de bediening in de winkels. Ik ben nederige buigingen en superbeleefde taal gewoon. De eerste dagen is het een beetje verbijsterend om zeer direct en soms in familiaire taal aangesproken te worden. Of nog, de winkelbedienden die zomaar tegen elkaar een privé-praatje voeren. Dat wil niet zeggen dat de bediening minder goed is in België, het is alleen wat ruwer.
Toegegeven, de Belgische winkelier zich zal aanpassen aan de particuliere wensen van de klant. Wil je een Dame Blanche met slechts een scheutje chocolade? Geen probleem. Wil je dat de slager het vlees superdun of superdik snijdt? Geen probleem. In Japan ligt dat anders: superbeleefde bediening, maar vraag niets dat niet in het boekje staat of het antwoord is veelal: 'chotto muzukashii desu... dat is een beetje moeilijk' wat beleefde taal is voor 'njet!'.
De terugkeer naar Japan is ook altijd een beetje bizar. Terug in het land waar ik thuis ben, maar ook het land waar ik altijd een vreemdeling zal zijn.
(Gepost in De Standaard Expatblog)
Friday, August 21, 2009
Tuesday, August 11, 2009
Sunday, August 02, 2009
Subscribe to:
Posts (Atom)